Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Achaz [49]nam een deel van het huis des HEEREN, en van het huis des konings en der vorsten, hetwelk hij den koning van Assyrie gaf; maar [50]hij hielp hem niet. 49. Dat is, nam het zilver en goud weg, dat in den tempel was, en in de schatten van het koninklijk huis, enz. en schonk het den koning van Assyrie. Zie 2 Kon.16:8. 50. Hebreeuws, hij was hem niet tot hulp; namelijk den koning Achaz.